House & home - Editie Aalter - Lievegem - 2022

het specifieke ervaring en expertise, die indien nodig ook bij diverse fabrikanten beschikbaar is. Kies voor een duurzame opbouw De beplanting is slechts de afwerking van het groendak. Daaronder bevindt zich een volledig systeem bestaande uit onder meer het substraat en de drainagelaag. Teneinde een kwalitatief en duurzaam groendak af te leveren, moet die opbouw aan een aantal minimumvoorwaarden voldoen. Wat het substraat betreft, is de samenstelling een eerste aandachtspunt. Het spreekt voor zich dat het organisch materiaal aangepast moet zijn aan de voorziene beplanting, maar ook moet erover gewaakt worden dat er geen gecontamineerd substraten of additieven gebruikt worden. Bij Duitse fabrikanten wordt de kwaliteit van het substraat gestaafd met het FLL-label. In België werkt de Federatie voor Dak- en Gevelgroen aan een vergelijkbaar kwaliteitslabel. Diezelfde federatie schrijft daarnaast een minimum substraatdikte van 6 cm, idealiter 8 cm, voor, in combinatie met een waterbufferingscapaciteit van 35 liter/m2. Dat moet ervoor zorgen dat groendaken ook in periodes van langdurige droogte niet zomaar verdorren. Om verzuring van het systeem op termijn tegen te gaan, is het verder belangrijk dat er ruimte is voor luchtcirculatie. Er zijn verschillende drainagecomponenten op de markt die naast drainage en retentie ook in deze functie voorzien. Eerbiedig het onderhoud Elk natuurlijk systeem moet gevoed worden. Het onderhoud van een extensief groendak is inderdaad minimaal, maar een jaarlijkse mestbeurt is bijvoorbeeld wel nodig. Bij intensieve groendaken zijn vooral de eerste twee jaar, wanneer het systeem nog letterlijk tot wasdom moet komen, doorslaggevend. Nadien volstaat in principe een twee- tot driejaarlijks instandhoudingsonderhoud, al hangt alles natuurlijk af van het specifieke ontwerp. Zijn er gazonzones voorzien, dan zullen die in de zomer bijvoorbeeld ook regelmatig gemaaid moeten worden. Hoe dan ook is het van groot belang de juiste planten en kruiden te bewaren, en problematische soorten te verwijderen. Acasia, bijvoorbeeld, heeft een dermate agressief wortelgestel dat het in staat is om zich zelfs door de dakdichting heen te boren, en moet met andere woorden altijd verwijderd worden. Kortom, ook onderhoud vergt het een duidelijke inzicht in het ecosysteem dat zich bovenop het dak ontwikkelt. Begrijp de impact van hoogte Gezien het brede spectrum aan mogelijkheden is het verleidelijk om te stellen dat de aanleg van een groendak of daktuin ‘gewoon’ een tuinproject in de hoogte is. Zo gewoon is die extra hoogte evenwel niet. Ten eerste zijn er praktische implicaties. Je moet verticaal transport organiseren om alle materialen tot op het dak te brengen, en in de planning is er vaak minder flexibiliteit als bij een klassiek tuinproject. Ten tweede vergt werken op hoogte extra veiligheidsmaatregelen, inclusief de voorziening van valbeveiliging en aangepaste PBM’s. Op grotere werven geldt tevens een registratieplicht. Bij grotere projecten moet je ook rekening houden met extra brandnormen, die onder meer steriele zones voorschrijven. Op vandaag worden zijn veelal ingevuld met grind, maar zowel het WTCB als de Belgische Federatie voor Dak- en Gevelgroen onderzoeken mogelijke alternatieven. Een aandachtspunt dat al in ontwerpfase regeert, tot slot, is de natuurlijke situatie op het dak. Dat gaat om de dikte en samenstelling van het substraat enerzijds, en om de in regel extremere klimatologische omstandigheden anderzijds. Zij bepalen uiteindelijk welke planten wel of niet op het dak kunnen gedijen, en dat is lang niet altijd te vergelijken met de beplantingen die het 8 m lager, in volle grond, goed doen. Zeker bij intensieve groendaken en daktuinen vergt

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MjE=